woensdag 8 juli 2009

Haute Culturalistische Benadering van Bas Cultuur

Over “Popmuziek” zijn de meningen verdeeld. Ik moet eerlijk bekennen dat ik niet eens weet wat popmuziek exact betekent. Populaire muziek is te onderscheiden van zogenaamde kunstmuziek, maar als ik de muziek die ik luister kunst vind, is het dan niet langer popmuziek? Nu, ik luisterde toevallig afgelopen weekend naar Michael Jackson. Een zoektocht naar de popmuziek kan denk ik niet beter beginnen dan bij iemand die de naam “King of Pop” draagt (of is het nu droeg?) en aan hem ontkomen is onmogelijk dezer dagen. Het mag gezegd worden dat "zijn" composities, in vergelijking met die van de hedendaagse “popmuziek,” een stuk minder eenvoudig zijn.

Maar hoe je het ook went of keert, haute-culturalisten zijn over het algemeen niet bepaald fan van popmuziek, hier gedefinieerd als top-40 muziek. Nu hoop ik niet dat er onder ons mensen zijn die niet meer kunnen luisteren naar een band wanneer deze een bepaalde mate succes heeft bereikt, maar hoe dan ook, we geven graag af op dit muziek “genre.” En dat zal ik hier dan nog maar eens herhalen met kameraad Adorno.

Theodor Ludwig Wiesengrund Adorno was geaffilieerd met de Frankfurt School, waar ook Herbert Marcuse en Max Horkheimer onderdeel van waren. Dit instituut hield zich vooral bezig met cultuurtheorie en cultuurkritiek. Nu, als Wiesengrund—zijn naam geeft hem al een grote mate van autoriteit—ergens een hekel aan had, dan was het wel popmuziek. Waarom? Allereerst wordt deze muziek geproduceerd door de “Culture Industry.” Deze industrie legt cultuur van bovenaf op aan de massa. Cultuur was een handelsgoed geworden, dat kon worden gekocht en verkocht.

Popmuziek, zoals alle producten geproduceerd door de (cultuur) industrie, wordt volgens Adorno gedomineerd door twee processen: standaardisatie en pseudo-individualisatie. Liedjes lijken meer en meer op elkaar en hun structuren (couplet, refrein, etc) zijn inter- en intra-verwisselbaar, maar door kleine vernieuwingen schijnen (zeker niet blijken) ze uniek te zijn. Standaardisatie heeft te maken met gelijkenissen tussen muziekstukken; pseudo-individualisatie met de incidentele verschillen. Pseudo-individualisatie is dus de dekmantel voor de standaardisatie, waardoor wij het laatste minder of zelfs nauwelijks merken.

Zoals Adorno stelt zijn luisteraars van popmuziek kinderlijk. Hun primitivisme is niet dat van een onontwikkeldheid, maar dat van een door bovenaf opgelegd retarderen. Popmuziek, maar ook andere vormen van populaire cultuur, houdt mensen dom en tegelijkertijd tevreden (misschien is dat hetzelfde?), zodat ze niet in opstand komen tegen het systeem dat hen constant onderdrukt. Populaire cultuur creëert valse behoeften die vervolgens enkel kunnen worden bevredigd door het kapitalistische systeem. In deze vorm komt cultuur industie in de buurt van Althusser’s gebruik van “ideologie” en Gramsci’s “hegemonie.”

Altijd leuk zo'n polemiek. Maar wat blijft er van over in de praktijk? Hierbij enkele liedjes waarin popmuziek wordt veracht. Natuurlijk maken deze wel gebruik van diezelfde popmuziek in termen van theorie. Ik nodig een ieder graag uit tot een bijdrage.

Briljante Post-punk van Public Image Ltd (1980)



Post-punk van Radiohead (1993)



Overigens, toen ik “Pop is Dead” intypte op YouTube, waren er vrij veel hits op “Michael Jackson Died;” “King of Pop is Dead.” Betekent dit, nu dat Michael Jackson dood is, dat pop dood is? Zo blijkt dat dit nummer uit 1993 misschien wel té goed past bij deze gebeurtenis. Of wat te denken van de tekst:

So many face lifts, it's face flew off.
The Emperor he has no clothes on,
And his skin is pealing off.
Oh no, pop is dead, long live pop,
One final lot of coke to jack him off...


Een vooruitziende blik.

1 opmerking:

  1. Op zich heb ik niet heel erg veel tegen popmuziek, er zit af en toe best wat aardigs tussen. Het enige is eigenlijk dat ik er nooit door wordt geraakt of dat het iets speciaals heeft. Het is eigenlijk alleen geschikt om te luisteren als je even toe bent aan simpel vermaak. De Donald Duck leest ook bijna iedereen en dat is ook geen literatuur.

    Waar ik me wel een beetje aan erger is de ophemeling van popartiesten die eigenlijk niets bijzonders doen maar toch worden gezien als muzikale genieën.

    Ik denk trouwens niet dat de popmuziek echt met een vooropgezet plan is ingezet om ons te doen consumeren. Ik denk eerder dat we langzaam in een situatie zijn gekomen waar platenmaatschappijen zonder noemenswaardige inspanning en creativiteit toch geld binnenharken. De perfecte formule is gevonden, nu alleen nog cashen.

    Dat verhaal van standaardisatie en pseudo-individualisatie klopt volgens mij wel enigzins. Doordat we allemaal zo van de regels van de popmuziek zijn doordrongen kan een kleine verandering al tot een hele andere beleving leidden. Als je jarenlang elke dag een kop koffie neemt met 1 schep suiker en op een dag ineens 2 scheppen suiker neemt dan zul je het verschil duidelijk merken. Het blijft echter wel gewoon koffie met suiker.

    Maar bekijk het positief. Door de standaardisatie van de popmuziek is onze eigen muzieksmaak nog interessanter.

    Ik ken eigenlijk niet echt voorbeelden van liedjes waar echt wordt afgegeven op popmuziek. Maar een recent voorbeeld van een reactie op de huidige popmuziek en dan vooral het vele gebruik van ed autotune is de nieuwe cd van Jay-Z, getiteld D.O.A. (Death Of Autotune). Merkwaardig genoeg geproduceerd door Kanye West wiens laatste cd juist een ode aan de autotune was, elk nummer is namelijk opgenomen met autotune. Zelfs zijn albumtitel, 'Heartbreaks and 808s', was een verwijzing naar de autotune. Een heartbreak zou namelijk hetzelfde geluid geven als een door autotune geproduceerd geluid.

    Jay Z - Death of Autotune: http://www.youtube.com/watch?v=BhludN8yU0s


    En de verschrikkelijke uitvoering, waar Lankmoedt mij ooit op wees, van een nummer waar zelfs de autotune niets meer kon redden. Probeer niet te lachen.
    Kanye West - Love Lockdown Live: http://www.youtube.com/watch?v=tOVtCF6CNRk

    BeantwoordenVerwijderen