vrijdag 26 juni 2009

ZOMG!!Einz!111: Nerd Alert!

Terwijl de muziek van Michael uit mijn speakers komt schrijf ik dit bericht. Ja, ik ben een gevoelige jongen. Maar de dood van de King Of Pop zal niet het onderwerp zijn van mijn post. Mijn blog zal de inner-nerd in u aanspreken. Iets wat allemaal in ons hebben zitten, bij de één zal deze echter wat dieper weggestopt zitten dan bij de ander.

The King of Kong: A Fistful of Quarters
Ik begin met "The King of Kong. Een erg leuke, grappige, bizarre en op sommige momenten zelfs ontroerende documentaire over Steve Wiebe die probeert het wereldrecord te breken van de computergame Donkey Kong. Dit lijkt op het eerste gezicht een vrij suf en totaal niet spannend onderwerp.

Dit is echter niet het geval. Ik durf zelfs te stellen dat dit één van de betere documentaires waarin de underdog het onwaarschijnlijke probeert te presteren. Steve Wiebe wordt in het begin behoorlijk tegengewerkt door Twin Galaxies, de autoriteit op het gebied van wereldrecords in arcade games. Een inbraak wordt niet geschuwd om te kijken of Steve geen valsspeler is en ook de conspiracy-theorien vliegen je om de oren.. Langzaam weet Steve het vertrouwen en respect te winnen van de die-hard arcade gamers en wordt hij één van hen. Zal het hem lukken om het wereldrecord te breken?

Ondanks het vreemde onderwerp zul je binnen 5 minuten volledig opgaan in deze documentaire. Het wordt op een serieuze manier gebracht en het is zeker niet bedoeld om eens wat vreemde mensen uit te lachen. Al zitten die vreemde mensen er in overvloed in. De bad-guy (Billy Mitchell) uit het verhaal is hilarisch, maar ook de man die alle wereldrecords thuis op videoband controleert mag er zijn. Kortom een leuk inkijkje in een subcultuur door middel van het volgen van een nieuwkomer. Echt de moeite waard.




Fanboys
Dan nu de film Fanboys. Voor iedereen die vroeger Star Wars of Star Trek heeft gekeken is deze film een aanrader. Alhoewel de Trekkies zich misschien wat minder zullen vermaken aangezien zij het nogal moeten ontgelden deze film.

De film speelt zich af vlak voordat de lang verwachte Episode 1: The Phantom Menace uitkomt. De film volgt een vriendengroep die zo in de ban van Star Wars is dat ze besluiten om de vroege versie van de film te stelen voor hun zieke vriend. Daarvoor moeten ze echter wel inbreken in de Skywalker Ranch van George Lucas. Wat volgt is een meesterlijke roadtrip door Amerika, waarbij de vriendengroep vele obstakels zal moeten overwinnen, inclusief een veldslag met Star Trek fanboys.

Het is lang geleden dat ik zo heb gelachen om een komedie. De vele verwijzingen naar Star Wars en Star Trek zijn erg leuk, maar zorgen er wel voor dat je enigzins bekend moet zijn met deze franchises. Voorkennis vereist dus. Er zitten zelfs acteurs van de originele Star Trek serie en de Star Wars films in. Tel daarbij op een bestelbusje met Chewbacca-hoorn en Lightspeed functie en je hebt een niet te missen komedie. De film is al een tijdje uit, maar in Nederland genegeerd. Onterecht wat mij betreft. Verkrijgbaar op dvd en de betere piratenbaai.




En dan nog even dit
Ik wil toch nog even stilstaan bij de dood van Michael, maar ik zal dit niet ten koste laten gaan van mijn nerd-onderwerp. Dus daarom een ode aan de King of Pop door middel van de videogame Moonwalker(Sega, 1990).



(Ietwat ongelukkig doel van het spel: het redden van kleine kinderen)

donderdag 25 juni 2009

Bijzondere Toonkunst

Ik ben een proponent van de locutie “eerst het zuur en dan het zoet.” Vandaar dat ik eerst begin met een negatieve noot. Of negatief, dat is maar net hoe je het noemt en wat je ervan meeneemt; misschien is het ook eerder bitter dan zuur, maar toch.

Met dat doel dient hier een kort vertoog over de genrepolitiek in de muzikale wereld. Wat ik hiermee bedoel te zeggen is, enerzijds, dat er te veel genres zijn in de muziek, waardoor we geen idee meer hebben hoe iets te benoemen, of dat we steeds wel weer een nieuwe naam verzinnen voor een bepaald soort muziek; en dat genres een politieke werking hebben.

Het tweede punt vind ik van meer importante aard. Politiek is de continue strijd om ideeën en betekenis en muziekgenres zie ik als illustratie. Neem nu het voorbeeld—een voorbeeld, zoals u begrijpt, waar ik me aan stoor—van het muziekgenre Americana. Americana betekent in wezen typisch Amerikaans: gerelateerd aan een typische Amerikaanse cultuur. Nu kan men al aanstoot nemen aan het feit dat er zoiets zou zijn als een typische cultuur, maar daar ligt niet mijn vreze.

Neen, daarvoor moeten we bij de muzikale definitie zijn: Americana is een afgeleide van traditionele country, folk, blues (rootsmuziek) met een vleugje Indie-pop in een soort modern jasje. In wezen is het een modewoord voor iets waarbij de Nederlander spontaan zijn afgrijzen toont: country. En daar ligt het probleem. Americana is niets meer en niets minder dan een eufemisme (of meer een vorming van een "vals bewustzijn" om een kameraad te citeren): een aanduiding waardoor de muziek in een positiever daglicht zou komen te staan. En dat is dan wat ik bedoel met de politisering van muziekgenres: de mobilisatie van bepaalde groepen mensen bij het aanhoren van een bepaalde naam dan wel het plaatsen in een bepaalde categorie van een bepaalde muziekstijl. Om kort te gaan, de verbuiging of manipulatie in de representatie van een muziekstijl.

Noem ik het "Zoet" country, dan placht men af te druipen, noem ik het Americana, dan spitst men de oren! Ik hoop dat u de oren spitst, maar niet onder het mom van, het is Americana. Neen, als u de oren niet spitst wanneer ik het modewoord niet gebruik dan rest mij enkel te zeggen: ite, ite, dimittimini!

De lezer weet natuurlijk dat de zin en onzin van het hier voorgaande slechts een omhulsel is, een doel dat de middelen—zoals zo vaak—heiligt. Het moge een proeve van bekwaamheid heten wanneer u het hebt doorstaan. Daarom het volgende: Darrell Scott.

Dit fenomeen uit een muzikale familie geboren te London in Kentucky, speelde al vrij vroeg met zijn broers en vader country klassiekers op kleine podia door heel Amerika. Na enige tijd verliet hij de band, ging studeren en kwam vervolgens in het Mecca van de country—Nashville—terecht. Daar werd hij sessie artiest in het alternatieve circuit, om vervolgens zijn eigen liedjes te schrijven.

Darrell Scott is inmiddels een gevierd singer-songwriter (nog een mooie aanduiding voor een non-genre) met een aangenaam stemgeluid dat ik wil typeren als “soulful.” Vooral het eerste nummer is daar een goed voorbeeld van. Sommigen zullen bij het aanhoren Bob Dylan zeggen, of Stevie Ray Vaughan, ik zeg Darrell Scott. De muziek bevindt zich ergens op de periferie van de Blues, Bluegrass, Country en Ierse volksmuziek (en hierbij maak ik me zelf schuldig aan mijn eerste klacht, die inmiddels bijna onmogelijk te omzeilen is).





zondag 21 juni 2009

Hoogwaardig Blijspel



Men neme een aanstaande bruidegom plus twee vrienden en een ietwat autistische zwager, die een avondje vertier zoeken in de stad van de Zonde—hmm, dat bekt toch niet zo goed in het Nederlands—en vult het aan met wat ingrediënten uit de komedie stallen van Hollywood. Het resultaat moet dan toch wel de zoveelste komedie met flauwe grappen en dito verhaal zijn. Of toch niet?

“The Hangover” is, ik zeg het maar meteen, een vrij geniale film. Daar waar bijna alle komedies een flinterdun verhaal hebben, kan deze film daar ook daadwerkelijk mee weg komen. Zoals velen van ons empirisch hebben ondervonden—Onderzoek über alles placht men te zeggen in het hoogste onderwijs—kunnen een grote hoeveelheid alcohol en drugs veel met je doen, en de situaties die voortkomen uit die materie staan centraal in deze film. “The Hangover” is een zoektocht vanuit de amnesie die een volgende dag optreedt naar wat de vorige dag gebeurd is. Sommigen zullen de situaties in deze film misschien wat ver gezocht vinden, maar ik vind ze niet té ver gezocht. Sterker nog, feestgangers in Las Vegas zullen dit beamen.

De film schaart zich in een illuster rijtje van Bachelor Party films. Kent u ze nog? “Bachelor Party” (1984) met Tom Hanks; of wat te denken van een Bachelor Party uit de American Pie-reeks: “Bachelor Party 2: The Last Temptation” (2008). “Bachelor Party Vegas” uit 2006 blijkt qua stijl nog het meest in de buurt te komen van “The Hangover,” en toevallig was die twee weken geleden nog op RTL5.

Dat Bachelor Parties ook vaak blijken uit te monden in slash-fests, zo getuige de reeks films die is uitgebracht: Wat te denken van “Bachelor Party Massacre” (2007) en “Bachelor Party and the Bungalow of the Damned”—dat is een mondvol (!)—uit 2008.

Genoeg over deze onzin! Verwacht uiteraard wel een aantal poep- en piesgrappen, maar dat hoort nu eenmaal bij Hollywood komedies. En ik schaar mij met mijn positivisme bij een grote schare fans-in-wording van deze film, want ik heb alleen nog maar positieve geluiden gehoord. Niet dat de mening van de menigte mij veel doet—ik luister naar country-muziek—maar het mag hier toch een indicatie van het goeds zijn. Ik ben mij er volledig van bewust dat ik zojuist heel weinig heb gezegd in een behoorlijk aantal woorden, deze film dient dan ook gezien te worden, en niet besproken… Gaat dat zien!