maandag 22 maart 2010

Kultur

Vrienden!

Nu ik toch in de mood ben: omdat ik in het geheel niet onder de indruk ben van mijn eigen literaire capaciteiten (ja: de dure woorden zijn ter camouflage), hieronder een korte opsomming van niet te missen culturele uitingen.

Nescio - Titaantjes. Een prachtig stuk tekst van blijkbaar toch niet zo lang vervlogen tijden. Beschrijft de dagelijkse beslommeringen van een aantal zelfvoldane heertjes in Amsterdam. Must read en niet al te lang.

Beethoven - Symphonie nr. 9 in D-MOLL OP. 125. De uitvoering die ik zelf graag luister is het Festkonzert zum mauerfall 1989, dat toch een diepere lading aan Beethoven's symphonie geeft. Vooral het grootse Alle menschen werden Brüder in het vierde deel is prachtig en jullie waarschijnlijk vrij bekend. Dit is waar ik als beginnend luisteraar van klassieke muziek echt zeer sterk van onder de indruk raak. Daarmee zou ik het een goed begin willen noemen voor de totaal ongeoefend luisteraar.

website Radio 4 - plaatpaal Speaking of ongeoefende luisteraars. Elke twee weken zijn op de luisterpaal van Radio 4 enkele juweeltjes te vinden. Allen nieuw uitgebrachte klassieke cd's die hier gratis te beluisteren zijn. Het klassieke equivalent van de 3voor12 plaatpaal.

David Attenborough - Private life of .... Deze Brit, die zich inmiddels Sir David Attenborough mag noemen, heeft een serie fenomenale natuurdocumentaires op zijn naam staan. Het enthousiasme en de kennis spatten er van af. Deze man doet het ontkiemen van een plant overkomen als een van de meest fascinerende processen die er bestaat (wat in zekere zin waar is, maar waar ondergetekende als alfa toch niet echt vatbaar voor is).

Goed, dit lijkt me toch wel weer voldoende food for thought voor de komende tijd.

SOGGEN

De term is u allen waarschijnlijk welbekend. Ook ondergetekende ontkomt niet aan de onvermijdelijke zoektocht naar alles dat het studeren ook maar iets uitstelt. Mijn ervaringen zijn gekenmerkt door verscheidenheid: van het jezelf verliezen in wikipedia-lemma's en het schrijven van die ó zo belangrijke briefkaart tot het afwassen, stofzuigen en ordenen der papieren.

En zo brengt mijn studie-ontwijkend-gedrag mij naar Haute Cultuur. Het blog der blogs, zoals wij ons dat in alle arrogantie een jaar geleden bedacht hadden. Vrees niet, de hoop is er nog wel ergens, maar zoals met vele goede initiatieven lijkt ook Haute Cultuur geen lang leven beschoren.

Mijn oproep is dan ook simpel en effectief. Laten wij in plaats van ons te wenden tot de digitale fora, waarmee het risico tot associatie met bijvoorbeeld GeenStijl of andere laagdrempelige media een reëel risico is, ons op de fysieke ontmoeting storten. Eens in de maand zullen wij bij elkander komen, goede wijn drinken, heerlijk dineren om daarna een pijp dan wel sigaar te roken en het concertgebouw, dan wel paradiso, dan wel het museum of wat dies meer zij te bezoeken. Kortom: ik verheug me op de reacties en hoop dat wij in de beslotenheid van ons eigener emailadressen spoedig een datum zullen prikken.

Hoogachtend,

woensdag 8 juli 2009

Haute Culturalistische Benadering van Bas Cultuur

Over “Popmuziek” zijn de meningen verdeeld. Ik moet eerlijk bekennen dat ik niet eens weet wat popmuziek exact betekent. Populaire muziek is te onderscheiden van zogenaamde kunstmuziek, maar als ik de muziek die ik luister kunst vind, is het dan niet langer popmuziek? Nu, ik luisterde toevallig afgelopen weekend naar Michael Jackson. Een zoektocht naar de popmuziek kan denk ik niet beter beginnen dan bij iemand die de naam “King of Pop” draagt (of is het nu droeg?) en aan hem ontkomen is onmogelijk dezer dagen. Het mag gezegd worden dat "zijn" composities, in vergelijking met die van de hedendaagse “popmuziek,” een stuk minder eenvoudig zijn.

Maar hoe je het ook went of keert, haute-culturalisten zijn over het algemeen niet bepaald fan van popmuziek, hier gedefinieerd als top-40 muziek. Nu hoop ik niet dat er onder ons mensen zijn die niet meer kunnen luisteren naar een band wanneer deze een bepaalde mate succes heeft bereikt, maar hoe dan ook, we geven graag af op dit muziek “genre.” En dat zal ik hier dan nog maar eens herhalen met kameraad Adorno.

Theodor Ludwig Wiesengrund Adorno was geaffilieerd met de Frankfurt School, waar ook Herbert Marcuse en Max Horkheimer onderdeel van waren. Dit instituut hield zich vooral bezig met cultuurtheorie en cultuurkritiek. Nu, als Wiesengrund—zijn naam geeft hem al een grote mate van autoriteit—ergens een hekel aan had, dan was het wel popmuziek. Waarom? Allereerst wordt deze muziek geproduceerd door de “Culture Industry.” Deze industrie legt cultuur van bovenaf op aan de massa. Cultuur was een handelsgoed geworden, dat kon worden gekocht en verkocht.

Popmuziek, zoals alle producten geproduceerd door de (cultuur) industrie, wordt volgens Adorno gedomineerd door twee processen: standaardisatie en pseudo-individualisatie. Liedjes lijken meer en meer op elkaar en hun structuren (couplet, refrein, etc) zijn inter- en intra-verwisselbaar, maar door kleine vernieuwingen schijnen (zeker niet blijken) ze uniek te zijn. Standaardisatie heeft te maken met gelijkenissen tussen muziekstukken; pseudo-individualisatie met de incidentele verschillen. Pseudo-individualisatie is dus de dekmantel voor de standaardisatie, waardoor wij het laatste minder of zelfs nauwelijks merken.

Zoals Adorno stelt zijn luisteraars van popmuziek kinderlijk. Hun primitivisme is niet dat van een onontwikkeldheid, maar dat van een door bovenaf opgelegd retarderen. Popmuziek, maar ook andere vormen van populaire cultuur, houdt mensen dom en tegelijkertijd tevreden (misschien is dat hetzelfde?), zodat ze niet in opstand komen tegen het systeem dat hen constant onderdrukt. Populaire cultuur creëert valse behoeften die vervolgens enkel kunnen worden bevredigd door het kapitalistische systeem. In deze vorm komt cultuur industie in de buurt van Althusser’s gebruik van “ideologie” en Gramsci’s “hegemonie.”

Altijd leuk zo'n polemiek. Maar wat blijft er van over in de praktijk? Hierbij enkele liedjes waarin popmuziek wordt veracht. Natuurlijk maken deze wel gebruik van diezelfde popmuziek in termen van theorie. Ik nodig een ieder graag uit tot een bijdrage.

Briljante Post-punk van Public Image Ltd (1980)



Post-punk van Radiohead (1993)



Overigens, toen ik “Pop is Dead” intypte op YouTube, waren er vrij veel hits op “Michael Jackson Died;” “King of Pop is Dead.” Betekent dit, nu dat Michael Jackson dood is, dat pop dood is? Zo blijkt dat dit nummer uit 1993 misschien wel té goed past bij deze gebeurtenis. Of wat te denken van de tekst:

So many face lifts, it's face flew off.
The Emperor he has no clothes on,
And his skin is pealing off.
Oh no, pop is dead, long live pop,
One final lot of coke to jack him off...


Een vooruitziende blik.

Tour de Taal en andere dingen

Tour de Taal

Het kan jullie niet ontgaan zijn dat de Tour de France weer van start is gegaan. Nou had ik zelf vroeger weinig met wielrennen, maar de Tour de France begin ik de laatste jaren steeds leuker te vinden om te volgen. Je zou mij kunnen vergelijken met de gemiddelde voetbalhater die toch oranje wuppies op zijn kop plakt als het Nederlandse elftal speelt, omdat het zo gezellig is al dat oranje (argh..). Nou plak ik persoonlijk geen Random Readers van de Rabobank op mijn lichaam om de Nederlands ploeg aan te moedigen, dus misschien is de vergelijking ook niet helemaal terecht. Maar ja, soms moet je ook maar gewoon een eind weg typen bij een intro.

Wat ik eigenlijk wil met dit stukje is uw interesse wekken voor de fietswedstrijd der fietswedstrijden. Ik twijfel echter of de gemiddele Haute-Cultuurder wel zo sportminnend is. Vandaar dat ik het over een andere boeg gooi om u, de lezer, over te halen de Tour te gaan volgen. Ik zal mij daarom niet op de sport zelf concentreren, maar op iets waar de Haute-Cultuurder zeker voor open staat: taal. Mooie, ontroerende, prachtige, bij vlagen geniale taal. Het commentaar tijdens de live-uitzendingen van de Tour is namelijk om van te smullen. Verantwoordelijk hiervoor is de heer Maarten Ducrot, die samen met Herbert Dijkstra de tijd vol praat. Meneer Ducrot is namelijk een begenadigd wondertje van taal. De prachtigste uitdrukkingen, vergelijkingen, woorden en verhalen komen uit de welbespraakte mond van deze oud-wielrenner. Woorden waar de grote dichters der aarde slechts van konden dromen. Speciaal voor u heb ik de leukste quotes van Maarten Ducrot op een rijtje gezet. Leest en geniet, en zet de komende 2 weken de televisie aan om dit taalgeweld met eigen oren te horen.

- Kijk eens naar die Fédrigo. Die heeft een neus als een zinksnijder, maar hij zit er wel mee in de kopgroep.

- Kijk eens naar die kop. Met een mijnwerkersgezicht zit hij daar maar te stoempen op het buitenblad. Hij legt hem op de 12! Ik krijg er buikpijn van en wordt er emotioneel van. Dit spot werkelijk met alle wielerwetten, wat een klasbak toch!!

- Zie je dat Flecha het moeilijk krijgt? Die zit werkelijk als een aal te kronkelen op zijn zadel…

- Nu kan ie niet gaan lopen linkeballen hoor…

- Ja dan kun je 1000 keer Lequatre heten, maar dan wordt je er gewoon afgepierd hoor! Wielrennen is hetzelfde als kijken wie het langst met zijn vinger tussen de deur kan zitten. Lequatre houdt dat schijnbaar niet het langste vol. Hij hing overigens al een tijdje als een nat washandje aan de lijn te wapperen.

- Kijk eens naar die Nibali. Hij geeft er nog een enorme snok aan, maar op deze manier rijdt hij zijn eigen karretje in de poep.

- Met alle respect hoor, maar die daalt werkelijk als een drol! Hij gaat als een trut door die bochten. * even later * En nu gaat ie ook nog staan pissen, op een moment dat de zijn hersenen zijn oren uitkomen als gebakken kroketten!

Persoonlijke favoriet:
- Ik zie dat Flecha nog maar 1 slokje dorstlesser in zijn bidon heeft. In mijn tijd had je altijd frictie in je schoenen. Soms had je brandende voeten op een warme dag en dan vroeg je jezelf af of je het laatste beetje in je bidon beter op kon drinken of in je schoenen kon gieten. Wat je ook deed, je kreeg er altijd spijt van!

- Dit is pure reclame voor de wielersport. Dit is wat wielrennen weer geloofwaardig maakt. Renners die iets doen wat eigenlijk niet kan.

- Deze kasseien zijn strakker gelegd dan verderop, daar heeft Napoleon ze nog zelf gelegd. Zó vanuit een helikopter.

- ...en nou komt het er op aan...Wie van de twee sprint het minst langzaam?

- Wielrennen is de enige echte sport. Alle andere ‘sporten’ zijn spelletjes. Geen scheidsrechters die fluiten bij vals spel, niet stoppen als je buiten de lijn komt, geen theepauze na drie kwartier, geen rij kurken tussen jou en je tegenstanders.

- Tien minuten is lang hoor, ga maar is 10 minuten met je vinger tussen de deur zitten, dat is pas lang!

- Je moet altijd eerst het bordje van een ander leeg eten.

- Wat een fantastische sprint, kijk die koppies! Kolobnev doe je hoofd even omhoog... Ja geweldig, deze foto neem ik als bureaublad!

- Een lekke band voor Cancellara is funest. Wij gaan nu bidden voor een lekke band.



Andere dingen

Lang verhaal hierboven zie ik. Dus dit hou ik kort. Nieuwe single van Arctic Monkeys vindt u hier en het leukste eerbetoon aan de witte dansende en zingende neger vindt u hier.

donderdag 2 juli 2009

Don't Be Economic Girlie Men!

Governator Arnold heeft een probleem. De man die normaal gesproken elke situatie de baas is heeft zijn meerdere moeten erkennen in de ECONOMISCHE CRISIS. Conan the Destroyer zag zich dan ook gedwongen om de fiscale noodtoestand uit te roepen in Californië. Zal de Kindergarten Cop terugslaan? Met zijn van nature optimistische blik op de economie en zijn afkeer van klagen lijkt hij over de juiste kwaliteiten te beschikken zoals hij in 2004 al eens liet zien:



Arnold zelf is al druk bezig met bijklussen. De acteur lijkt te beseffen dat de tering naar de nering moet worden gezet om dit probleem op te lossen. Gelukkig heeft de beste man geen last van schaamte. Het geld dat deze reclame spotjes (pareltjes) opbrachten zal goed van pas komen in Californië.





Je kunt je voorstellen dat de werkdruk en de verantwoordelijkheid zwaar drukken op de imposante schouders van de Last Action Hero. Daarom zondert de acteur zich elke donderdagmiddag af van de buitenwereld in zijn huis aan het strand om aldaar de stress van zich af te schudden. Naar het schijnt neemt Steven Seagal de donderdagmiddag voor zijn rekening.

Even wat stoom afblazen:

vrijdag 26 juni 2009

ZOMG!!Einz!111: Nerd Alert!

Terwijl de muziek van Michael uit mijn speakers komt schrijf ik dit bericht. Ja, ik ben een gevoelige jongen. Maar de dood van de King Of Pop zal niet het onderwerp zijn van mijn post. Mijn blog zal de inner-nerd in u aanspreken. Iets wat allemaal in ons hebben zitten, bij de één zal deze echter wat dieper weggestopt zitten dan bij de ander.

The King of Kong: A Fistful of Quarters
Ik begin met "The King of Kong. Een erg leuke, grappige, bizarre en op sommige momenten zelfs ontroerende documentaire over Steve Wiebe die probeert het wereldrecord te breken van de computergame Donkey Kong. Dit lijkt op het eerste gezicht een vrij suf en totaal niet spannend onderwerp.

Dit is echter niet het geval. Ik durf zelfs te stellen dat dit één van de betere documentaires waarin de underdog het onwaarschijnlijke probeert te presteren. Steve Wiebe wordt in het begin behoorlijk tegengewerkt door Twin Galaxies, de autoriteit op het gebied van wereldrecords in arcade games. Een inbraak wordt niet geschuwd om te kijken of Steve geen valsspeler is en ook de conspiracy-theorien vliegen je om de oren.. Langzaam weet Steve het vertrouwen en respect te winnen van de die-hard arcade gamers en wordt hij één van hen. Zal het hem lukken om het wereldrecord te breken?

Ondanks het vreemde onderwerp zul je binnen 5 minuten volledig opgaan in deze documentaire. Het wordt op een serieuze manier gebracht en het is zeker niet bedoeld om eens wat vreemde mensen uit te lachen. Al zitten die vreemde mensen er in overvloed in. De bad-guy (Billy Mitchell) uit het verhaal is hilarisch, maar ook de man die alle wereldrecords thuis op videoband controleert mag er zijn. Kortom een leuk inkijkje in een subcultuur door middel van het volgen van een nieuwkomer. Echt de moeite waard.




Fanboys
Dan nu de film Fanboys. Voor iedereen die vroeger Star Wars of Star Trek heeft gekeken is deze film een aanrader. Alhoewel de Trekkies zich misschien wat minder zullen vermaken aangezien zij het nogal moeten ontgelden deze film.

De film speelt zich af vlak voordat de lang verwachte Episode 1: The Phantom Menace uitkomt. De film volgt een vriendengroep die zo in de ban van Star Wars is dat ze besluiten om de vroege versie van de film te stelen voor hun zieke vriend. Daarvoor moeten ze echter wel inbreken in de Skywalker Ranch van George Lucas. Wat volgt is een meesterlijke roadtrip door Amerika, waarbij de vriendengroep vele obstakels zal moeten overwinnen, inclusief een veldslag met Star Trek fanboys.

Het is lang geleden dat ik zo heb gelachen om een komedie. De vele verwijzingen naar Star Wars en Star Trek zijn erg leuk, maar zorgen er wel voor dat je enigzins bekend moet zijn met deze franchises. Voorkennis vereist dus. Er zitten zelfs acteurs van de originele Star Trek serie en de Star Wars films in. Tel daarbij op een bestelbusje met Chewbacca-hoorn en Lightspeed functie en je hebt een niet te missen komedie. De film is al een tijdje uit, maar in Nederland genegeerd. Onterecht wat mij betreft. Verkrijgbaar op dvd en de betere piratenbaai.




En dan nog even dit
Ik wil toch nog even stilstaan bij de dood van Michael, maar ik zal dit niet ten koste laten gaan van mijn nerd-onderwerp. Dus daarom een ode aan de King of Pop door middel van de videogame Moonwalker(Sega, 1990).



(Ietwat ongelukkig doel van het spel: het redden van kleine kinderen)

donderdag 25 juni 2009

Bijzondere Toonkunst

Ik ben een proponent van de locutie “eerst het zuur en dan het zoet.” Vandaar dat ik eerst begin met een negatieve noot. Of negatief, dat is maar net hoe je het noemt en wat je ervan meeneemt; misschien is het ook eerder bitter dan zuur, maar toch.

Met dat doel dient hier een kort vertoog over de genrepolitiek in de muzikale wereld. Wat ik hiermee bedoel te zeggen is, enerzijds, dat er te veel genres zijn in de muziek, waardoor we geen idee meer hebben hoe iets te benoemen, of dat we steeds wel weer een nieuwe naam verzinnen voor een bepaald soort muziek; en dat genres een politieke werking hebben.

Het tweede punt vind ik van meer importante aard. Politiek is de continue strijd om ideeën en betekenis en muziekgenres zie ik als illustratie. Neem nu het voorbeeld—een voorbeeld, zoals u begrijpt, waar ik me aan stoor—van het muziekgenre Americana. Americana betekent in wezen typisch Amerikaans: gerelateerd aan een typische Amerikaanse cultuur. Nu kan men al aanstoot nemen aan het feit dat er zoiets zou zijn als een typische cultuur, maar daar ligt niet mijn vreze.

Neen, daarvoor moeten we bij de muzikale definitie zijn: Americana is een afgeleide van traditionele country, folk, blues (rootsmuziek) met een vleugje Indie-pop in een soort modern jasje. In wezen is het een modewoord voor iets waarbij de Nederlander spontaan zijn afgrijzen toont: country. En daar ligt het probleem. Americana is niets meer en niets minder dan een eufemisme (of meer een vorming van een "vals bewustzijn" om een kameraad te citeren): een aanduiding waardoor de muziek in een positiever daglicht zou komen te staan. En dat is dan wat ik bedoel met de politisering van muziekgenres: de mobilisatie van bepaalde groepen mensen bij het aanhoren van een bepaalde naam dan wel het plaatsen in een bepaalde categorie van een bepaalde muziekstijl. Om kort te gaan, de verbuiging of manipulatie in de representatie van een muziekstijl.

Noem ik het "Zoet" country, dan placht men af te druipen, noem ik het Americana, dan spitst men de oren! Ik hoop dat u de oren spitst, maar niet onder het mom van, het is Americana. Neen, als u de oren niet spitst wanneer ik het modewoord niet gebruik dan rest mij enkel te zeggen: ite, ite, dimittimini!

De lezer weet natuurlijk dat de zin en onzin van het hier voorgaande slechts een omhulsel is, een doel dat de middelen—zoals zo vaak—heiligt. Het moge een proeve van bekwaamheid heten wanneer u het hebt doorstaan. Daarom het volgende: Darrell Scott.

Dit fenomeen uit een muzikale familie geboren te London in Kentucky, speelde al vrij vroeg met zijn broers en vader country klassiekers op kleine podia door heel Amerika. Na enige tijd verliet hij de band, ging studeren en kwam vervolgens in het Mecca van de country—Nashville—terecht. Daar werd hij sessie artiest in het alternatieve circuit, om vervolgens zijn eigen liedjes te schrijven.

Darrell Scott is inmiddels een gevierd singer-songwriter (nog een mooie aanduiding voor een non-genre) met een aangenaam stemgeluid dat ik wil typeren als “soulful.” Vooral het eerste nummer is daar een goed voorbeeld van. Sommigen zullen bij het aanhoren Bob Dylan zeggen, of Stevie Ray Vaughan, ik zeg Darrell Scott. De muziek bevindt zich ergens op de periferie van de Blues, Bluegrass, Country en Ierse volksmuziek (en hierbij maak ik me zelf schuldig aan mijn eerste klacht, die inmiddels bijna onmogelijk te omzeilen is).